(1) Match

De driehoek staat achter de cirkel.

The triangle stands behind the circle.

Correct preposition

(2a) Mismatch: intra-dimensional

De driehoek staat onder de ster.

The triangle stands below the star.

Wrong preposition,

same dimension

(2b) Mismatch: extra-dimensional

De cirkel staat boven het vierkant.

The circle stands above the square.

Wrong preposition, other dimension